Spraakopdrachten
U kunt het apparaat besturen met behulp van
spraakopdrachten. Zie ‘Spraakgestuurd bellen’ op pag. 57
Instrum.
113
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
voor meer informatie over de uitgebreide
spraakopdrachten die door het apparaat worden
ondersteund.
Als u uitgebreide spraakopdrachten voor het starten van
toepassingen en profielen wilt activeren, moet u de
toepassing
Spraakop.
en de bijbehorende map
Profielen
openen. Druk op
en kies
Instrum.
>
Spraakop.
>
Profielen
; het apparaat maakt spraaklabels voor de
toepassingen en profielen. Als u uitgebreide
spraakopdrachten wilt gebruiken, houdt u
ingedrukt
in de stand-by modus en spreekt u de spraakopdracht in.
De spraakopdracht is de naam van de toepassing of het
profiel in de lijst.
Tip! U kunt de zijtoets ook voor spraakopdrachten
opgeven; zie ‘Algemeen’ op pag. 102.
Als u meer toepassingen aan de lijst wilt toevoegen, kiest
u
Opties
>
Nieuwe toepassing
. Als u een tweede
spraakopdracht wilt toevoegen waarmee u de toepassing
kunt starten, kiest u
Opties
>
Opdracht wijzigen
en voert
u de nieuwe spraakopdracht als tekst in. Vermijd hele korte
namen, afkortingen en acroniemen.
Als u het samengestelde spraaklabel wilt beluisteren, kiest
u
Opties
>
Afspelen
.
Als u de instellingen van spraakopdrachten wilt wijzigen,
kiest u
Opties
>
Instellingen
. Als u de synthesizer wilt
uitschakelen waarmee de herkende spraaklabels en
opdrachten in de geselecteerde apparaattaal worden
afgespeeld, kiest u
Synthesizer
>
Uit
. Als u het leren van
spraakherkenning opnieuw wilt instellen, bijvoorbeeld
wanneer de hoofdgebruiker van het apparaat is veranderd,
kiest u
Spraakaanp. herstellen
.